Snij de zwoerd van het spek (ivt) en snijd het in kleine reepjes. Bak het op zacht vuur uit in een grote koekenpan, maar niet te krokant. Schep het spek uit de pan en zet apart.

Rasp ondertussen de pecorino.

Scheid te eieren en klop de eieren even los met een vork.

Kook de spaghetti in ruim gezouten water al dente, maar giet het niet af.

Zet de koekenpan met het spekvet weer op het vuur met twee pollepels kookvocht van de pasta tot het kookt, en schep de pasta in de koekenpan met een schuimspaan of tang. Voeg het losgeslagen eigeel toe en roer het goed door de pasta met de helft van de kaas. Voeg meer water toe zodat het een romige saus wordt. Voeg de gebakken spekjes toe en breng op smaak met peper. Door het spek, de kaas en het zoute pastawater hoeft hier beslist geen zout meer bij.

Serveren met de rest van de kaas er naast.